De watervlo is zo groot als een speldeknop.
Je kan dus bijna niets zien van een watervlo.
Daarom gebruik je in deze les een microscoop.
Hiernaast is de eerste en de tweede lens getekend.
Hoeveel keer ze vergroten staat op de zijkant van de lens.
In de tekening hiernaast vergroot de eerste lens 5 keer.
De tweede lens vergroot 10 keer.
De totale vergroting reken je uit met vermenigvuldigen.
De mikroskoop hiernaast vergroot dus 5 x 10 = 50 keer.
watervlo prepareren
PROEF: DE WATERVLO
Nodig:
1 bak met watervlooien
mikroskoop-spullen
1 schepje + penseel
Vang met het schepje een levende watervlo uit de bak.
Breng hem met de penseel voorzichtig op het glasplaatje.
Hiernaast zie je hoe dat gaat.
Zorg ervoor dat de watervlo steeds in 1 druppel water blijft.
Bij teveel water op het glaasje kan de watervlo springen.
Je kan hem dan niet goed door de mikroskoop bekijken.
Teveel water zuig je weg met een papiertje of een droge penseel.
Bij te weinig water kan de watervlo uitdrogen.
Bij te weinig water doe je er met de penseel 1 druppel water erbij.
Stel de eerste lens in op 5 x vergroten.
Stel de tweede lens in op 10 x vergroten.
Bekijk de watervlo bij deze 50 x vergroting.
Vergelijk de watervlo met de tekening hieronder.
Zoek alle onderdelen op waar pijlen bij staan.
De watervlo is wel doorzichtig.
De grote sprongen maakt hij met zijn sprieten.
Door die sprongen lijkt hij op een vlo.
Met de zeefpoten wordt voedsel naar de mond geharkt.
Het hart van de watervlo klopt snel.
De watervlo broedt haar eieren uit in een broedruimte.
Het spijsverteringsstelsel is het kanaal tussen mond en anus.
Het spijsverteringsstelsel is groen gekleurd.
voedselketen met watervlo
Voedselketen
In de voedselketen hiernaast zie je aan de pijlen wie wat eet.
Watervlooien eten dus algen.
De watervlo wordt zelf gegeten door de brasem.
De brasem wordt gegeten door de snoek.
Verstoord evenwicht
Normaal komen er evenveel dieren bij als er doodgaan.
Zo'n voedselketen noemen we "in evenwicht".
Soms raakt zo'n evenwicht verstoord.
bijvoorbeeld doordat er teveel mest in het water komt.
Dan gaan de algen plotseling hard groeien.
De sloot wordt dan één grote groene soep.
Daardoor kan de snoek de brasem niet meer vinden.
Van de brasem komen er dus te veel.
De brasem kan nog wel watervlooien vangen.
Van de watervlo komen er dus te weinig.
Dus wordt de alg minder opgegeten.
Dan leven in zo'n sloot dus alleen nog alg en brasem.
Evenwicht herstellen
Biologen kunnen het evenwicht in de soep soms herstellen.
Dit gaat het best door bijna alle brasem weg te vangen.
Als je dat doet zullen er weer meer watervlooien komen.
En daardoor zullen de algen weer opgegeten worden.
Meren met weinig brasem worden weer snel helder.
Welke vis zal dan ook weer terugkomen? De snoek.