Vruchten

Van bloem tot vrucht

Hiernaast zie je hoe uit een bloem een vrucht groeit.
In een bloem zitten één of meer eitjes.
Die worden bevrucht door stuifmeel van een andere bloem.
Als de bloem bevrucht is wordt hij dikker.
De bloem wordt een vrucht.
De bloem hiernaast wordt een peer.
De eitjes zijn de pitten van de vrucht geworden.

Verspreiding door dieren

Hieronder zie je wilde zwijnen de afgevallen peren opvreten.
De zwijnen vreten de peren met / zonder klokhuis op.
Dus slikken ze ook de pitten in.
Maar die pitten poepen ze gewoon weer uit.
Uit de pit groeit daarna een nieuwe pereboom.
De peer gebruikt de wilde zwijnen om zijn pitten op allemaal nieuwe plekken te krijgen.

wilde zwijnen eten peren

Vlezige en droge vruchten

De peer is een sappig voorbeeld van een vrucht.
Zulke vruchten noemen we vlezige vruchten.
Vlezige vruchten worden door wind / water / dieren verspreid.
Er zijn ook planten waarvan de bloem juist droog wordt.
We noemen dat droge vruchten.
Droge vruchten zijn vaak niet lekker.
Droge vruchten hebben andere manieren om te verspreiden.

paardenbloem

Verspreiding door wind

De paardebloem heeft bovenop zijn vrucht een pluim.
Dit werkt als een valscherm.

Paardebloemen worden verspreid door de wind / water / dieren.

klis

Zwart-rijden

De klis is een soort distel waarvan de vruchten blijven plakken.
De vrucht zit vol kleine stekels die in je kleren blijven hangen.
Zo rijdt de klis dus gratis een eindje mee.
Klis wordt verspreid door wind / water / dieren.

waterlelie

Verspreiding door water

De waterlelie maakt vruchten die van binnen hol zijn.
Daardoor blijven ze goed op het water drijven, net als een bal.
Ze drijven met de stroom van het water mee.
Waterlelie verspreid zich door wind / water / dieren.

pindaplant

PROEF: DE PINDA

Nodig:

1 pel-pinda

Pinda's groeien onder de grond.
Hiernaast zie je hoe dat gaat.
Ze noemen pinda's ook wel eens ''aard-noten'', omdat ze
een soort noten zijn die in de aarde groeien.

pindanoot

Pel de pinda's uit de dop.
In een pinda zitten meestal 1 / 2 / 3 nootjes.
Om elke pinda zit een vliesje dat bruin van kleur is.
De hele bloem is een dop met pinda-noten geworden.
De pinda is een droge / vlezige vrucht.
Eén pinda-noot breekt makkelijk / moeilijk in twee delen.
Tussen die delen zit een klein knobbeltje.
Zoek hieronder op wat dat knobbeltje later wordt.

pinda kiemt

Van onderen wordt het knobbeltje de wortel.
Van boven wordt het knobbeltje stengel/blaadjes.
De 2 delen van de pinda worden de eerste twee blaadjes.