?
pictures/kdn-adem-ico.png



Ademen


Lucht

Lucht bestaat uit verschillende gassen.
Enkele gassen zijn zuurstof, koolzuur en stikstof.
Je kunt deze gassen niet zien of ruiken.
Daarom hebben we in de scheikunde hulpmiddelen.
In de proef hieronder ga je koolzuur zichtbaar maken.
fles blauwe vloeistof
fles blauwe vloeistof

opstelling om koolzuurgas aan te tonen
Opstelling om koolzuurgas
aan te tonen

PROEF: KOOLZUURGAS AANTONEN

Nodig: 2 flessen
2 kurken met slangen
1 fles blauwe vloeistof
Als we ademhalen krijgen we lucht in onze longen.
Uit die lucht haalt ons lichaam het gas zuurstof.
Een ander gas ademen we juist uit: koolzuur.
Koolzuur kunnen we zichtbaar maken met blauwe vloeistof.
Als er koolzuur in de buurt is kleurt die vloeistof geel.
Koolzuur maakt de blauwe vloeistof geel!
Vul beide flessen met 200 ml blauwe vloeistof zoals op de tekening.
Doe er op de juiste manier de kurken met slangen op, zoals hier.
Zet het uiteinde van de middelste slang aan je mond.
Probeer even zachtjes of je lucht kunt opzuigen.
Als het goed is gaan er bij inademing belletjes door fles 1.
Zo niet, dan moet je iets aan de proef verbeteren.

Adem nu rustig en langzaam in in uit door de slang.
De belletjes uit fles 1 komen uit (1) de buitenlucht / je longen.
Als je uitademt gaan er belletjes door fles (2) 1 / 2.
Deze gas-belletjes komen uit (3) de buitenlucht / je longen.
Blijf rustig doorademen tot één van de flessen geel wordt.
Welke fles wordt geel? Fles (4) 1 / 2.
Dit is de fles waar (5) buitenlucht / adem doorheen gaat.
Koolzuur adem je dus (6) in / uit.

Zuurstof en koolzuur

Lucht bestaat uit een mengsel van verschillende gassen.
Als we inademen krijgen we verse lucht in onze longen.
Uit die lucht haalt ons lichaam het gas zuurstof.
Zuurstof heb je nodig om te kunnen leven.
Als we uitademen werken we oude lucht met afvalstoffen juist weer het lichaam uit.
Een van die afvalstoffen is koolzuur.
We hebben in de vorige proef koolzuur aangetoond met een blauwe vloeistof.
Koolzuur is voor ons dus (7) wel een / geen afvalstof.
30 kniebuigingen
30 kniebuigingen

PROEF: ADEMHALEN

Nodig: 1 horloge met seconde-wijzer
Wacht tot de seconde-wijzer van het horloge bovenaan is.
Haal dan diep adem en houdt die zolang mogelijk in.
Hoelang kun je je adem inhouden? (seconden).

Je lichaam kan dus heel (8) lang / kort zonder zuurstof.
Ga zitten en haal rustig adem.
Hoeveel keer in één minuut haal je adem? keer.
Ga nu staan en maak 30 diepe knie-buigingen.
Tel meteen daarna weer je ademhaling.
Nu is het ademhalingen per minuut.
Als je beweegt ga je dus (9) sneller / langzamer ademhalen.
Je krijgt dan (10) meer / minder zuurstof binnen.
Het gemiddelde voor tieners is 18 ademhalingen per minuut.
Na de oefening wordt dat twee keer zo snel, dus ongeveer 36.
Adem jij na de knie-buigingen meer dan 40 keer per minuut?
Dat betekent dat je conditie niet zo goed is!
longinhoud meten
longinhoud meten

PROEF: LONG-INHOUD

Nodig: 1 fles zonder bodem
1 emmer water
1 kurk met slang
Ook je long-inhoud zegt iets over je conditie.
Als je veel aan sport doet adem je vaak diep in en uit.
Je krijgt dan een grotere long-inhoud.

Maak de proef zoals in de tekening hiernaast.
De leerling hiernaast heeft 3,5 liter lucht uitgeblazen.
Onderzoek hoeveel lucht jij kan uitblazen.
Het gaat niet om hoe hard je uitblaast, maar wel om hoevéél.
Haal dus vóórdat je de slang aan je mond zet eerst diep adem.
Hoeveel liter lucht kan jij uitblazen? ........liter.
Jouw longinhoud is dus ongeveer ....... liter.
de werking van een long nadoen
de werking van een long nadoen

PROEF: EEN NAMAAK-LONG

Nodig: 1 buis met ballon in een bak water
Haal de kurk en slang van de fles en haal de fles omhoog.
Doe de kurk met ballon erin zoals op de tekening.
Als je de fles omhoog tilt, wordt de ballon (11) groter / kleiner.
De ballon "ademt" dus lucht (12) in / uit.
Als je de fles laat zakken, wordt de ballon (13) groter / kleiner.
Voel aan de opening van de ballon als de fles zakt.
De lucht wordt door de ballon (14) ingeademd / uitgeademd.
longen zwellen en krimpen net als balonnen
longen zwellen en krimpen
net als balonnen

Borst-ademhaling en buik-ademhaling

Hiernaast zie je dat onze longen eigenlijk ook 2 ballonnen zijn.
De longen zuigen zich vol als de borst (15) groter / kleiner wordt.

Je kunt op 2 manieren ademhalen: met je borst of met je buik.
Bij borst-ademhaling voel je je ribben op en neer gaan.
Bij buik-ademhaling voel je je buik op en neer gaan.
Voel of jij meer met je buik of meer met je borst ademt, of met allebei evenveel.

Vragen

1.
Waarom is het moeilijk om gassen te onderzoeken? Je ziet ze niet.
2.
Hoe kan je koolzuur zichtbaar maken? Met blauwe kleurstof.
3.
Zuurstof adem je (16) in / uit, en koolzuur (17) in / uit.
4.
Als je beweegt ga je (18) sneller / langzamer ademhalen.
5.
Met veel long-inhoud heb je een (19) goede / slechte conditie.
6.
In een nauwe broek kan je niet (20) borst / buik-ademhalen.
7.
Een zwangere vrouw ademt vooral met haar (21) borst / buik.

Extra stof

8.

neus dicht houden bij mond op mond beademing
Neus dicht houden
bij mond op mond beademing


kijk naar de borst tijdens de mond op mond beademing
Kijk naar de borst
tijdens de mond op mond beademing
Als iemand geen adem meer haalt zal die stikken.
Bijvoorbeeld als iemand door water of rook bewusteloos raakt.
We kunnen dan helpen door mond-op-mond beademing.
Dat kan je leren op een cursus EHBO (Eerste Hulp Bij Ongelukken).
Hiernaast zie je hoe dat gaat.
De adem die jij uitademt bevat nog genoeg zuurstof, zodat je die aan iemand anders kan geven.
Waarom moet je voor je blaast eerst de neus dichtknijpen?
Anders komt de lucht er door de neus weer uit

 




ANTWOORDEN


(1) de buitenlucht
(2) 2
(3) je longen
(4) 2
(5) adem
(6) uit
(7) wel een
(8) kort
(9) sneller
(10) meer
(11) groter
(12) in
(13) kleiner
(14) uitgeademd
(15) groter
(16) in
(17) uit
(18) sneller
(19) goede
(20) buik
(21) borst