?
pictures/kdn-hout-ico.png



Hout

Wat is hout?

Als je wilt timmeren, moet je iets van hout weten.
Hout wordt gemaakt van de stammen van bomen.
We gaan onderzoeken hoe bomen groeien.
Daarmee leer je iets over hout.

Doorsnede

Een ontwerper tekent een huis alsof het doorgesneden is.
Hieronder zie je twee doorsneden door een huis.
zij aanzicht huis doorsnee
boven aanzicht huis doorsnee
Bij deze doorsnee kijk je
(1) van boven / van de zijkant
Bij deze doorsnee kijk je
(2) van boven / van de zijkant

Doorsneden door een boomstam

Hier zie je weer twee doorsneden, maar nu door een boom.
zij aanzicht hout doorsnee
boven aanzicht hout doorsnee
Bij deze doorsnee kijk je
(3) van boven / van de zijkant
Bij deze doorsnee kijk je
(4) van boven / van de zijkant
overlangs planken zagen
overlangs planken zagen

Overdwars en overlangs

Als je een boomstam dwars doorzaagt, noemen we dat "overdwars".
Overdwars zie je bij een boomstam dus (5) ringen / strepen.
Als je in de lengte-richting zaagt, noemen we dat "overlangs".
Overlangs doorgezaagd zie je dus (6) ringen / strepen.
Om planken te krijgen zaag je een stam (7) overlangs / overdwars door.
overdwarse boomstam met jaarringen
overdwarse boomstam met jaarringen

Jaarringen

Als je een boomstam dwars doorzaagt zie je allemaal ringen.
Dat komt omdat het hout wat in de zomer groeit lichter is.
Elke lichte ring in het hout stelt dus één zomer voor.
Hiernaast tel je 7 ringen.
We noemen die ringen jaarringen.
Waarom noemen we ze "jaar"-ringen?
Elke ring duurt één jaar om te bouwen.
Deze boom is dus 7 jaar oud.
woud van sequoia in California
woud van sequoia in California

Woud-reuzen

Een boomstam krijgt er elk jaar een ring bij.
Sommige bomen kunnen op die manier heel dik worden.
In Amerika stond een boom waar auto's doorheen konden.
Zulke reuzen-bomen kunnen wel 12 meter dik worden.
Ze zijn dan wel 100 meter hoog.

Kwasten

Hieronder zie je hoe op doorsnede een zijtak groeit.
van zijtak tot kwast

Op de laatste tekening is een plank gezaagd.
In die plank zie je goed waar de zijtak heeft gezeten.
Zo'n plek noemen we een kwast.
eik spar den
eik spar den

PROEF: VERSCHILLENDE SOORTEN HOUT

Nodig:stammetjes hout van een eik en een spar

EIK

Tel van de stam van de eik het aantal jaarringen.
Het aantal jaarringen is .
Deze eik is jaar oud.
Druk met je nagel in het midden van de stam.
Kun je er een diepe gleuf in krijgen? (8) Ja / Nee
Eikenhout is dus (9) hard / zacht.

SPAR

Onderzoek nu het hout van de spar.
Hoe oud is deze spar? jaar.
Hout van de spar is (10) harder / zachter dan hout van de eik.
We noemen hout van de spar "vuren-hout"

PROEF: SPAR EN DEN

Nodig:1 tak van een spar en 1 tak van een den
Veel mensen noemen de spar een denneboom.
Hiernaast zie je dat de spar verschilt van de den.
Bekijk een tak van spar en den.
Waarom noemen we ze naaldbomen?
Omdat ze naalden hebben als bladeren.
Bij de (11) den / spar zitten de naalden 2 bij 2 aan elkaar vast.
Zet de verschillen in de tabel:

SPAR DEN
Naalden (12) lang / kortNaalden (13) lang / kort
Naalden (14) wel / niet met
twee tegelijk aan elkaar vast
Naalden (15) wel / niet met
twee tegelijk aan elkaar vast
Takken wijzen (16) omhoog / omlaagTakken wijzen (17) omhoog / omlaag

Vragen

1.
Voor planken zaag je een stam (18) in de lengte / overdwars.
2.

jaarringen tellen
jaarringen tellen
De stam hiernaast is (19) in de lengte / overdwars gezaagd.
Die boom was 10 jaar oud.
Waaraan kun je dat zien? Aan de jaarringen.

3.
Eikenhout is (20) harder / zachter dan vurenhout.

Extra stof

4.
Als je bomen dicht bij elkaar zet krijgen ze minder takken.
Daardoor krijg je planken met (21) meer / minder kwasten.
5.

vezels
vezels
Een dunne plank gaat kapot als je er een dikke spijker inslaat.
Dat komt omdat hout lange vezels heeft die in één richting lopen.
Hiernaast zie je hoe dat eruit ziet.
De vezels lopen (22) in de lengte / overdwars door de stam.
Als je een te dikke spijker in het hout slaat, trek je de vezels uit elkaar. Het hout gaat dan splijten.

 




ANTWOORDEN


(1) van de zijkant
(2) van boven
(3) van de zijkant
(4) van boven
(5) ringen
(6) strepen
(7) overlangs
(8) Nee
(9) hard
(10) zachter
(11) den
(12) kort
(13) lang
(14) niet
(15) wel
(16) omlaag
(17) omhoog
(18) in de lengte
(19) overdwars
(20) harder
(21) minder
(22) in de lengte